Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /tʃtvr̩ciː/
Woordafbreking
  • čtvr·tí

Zelfstandig naamwoord

čtvrtí

  1. instrumentalis enkelvoud van čtvrt
  2. genitief meervoud van čtvrt

Zelfstandig naamwoord

čtvrtí

  1. instrumentalis enkelvoud van čtvrť
  2. genitief meervoud van čtvrť

Rangtelwoord

čtvrtí

  1. nominatief bezield mannelijk meervoud van čtvrtý
  2. vocatief bezield mannelijk meervoud van čtvrtý

Werkwoord

čtvrtí

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord čtvrtit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord čtvrtit