• woon·wijk
enkelvoud meervoud
naamwoord woonwijk woonwijken
verkleinwoord woonwijkje woonwijkjes

de woonwijkv / m

  1. een deel van een plaats dat voor het overgrote deel uit woonhuizen bestaat
     De uitspraak kan vergaande gevolgen krijgen, omdat veel darkstores in de stad zijn gevestigd in woonwijken. Er zijn er nu 31 en er zijn veel klachten over.[1]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1.   Weblink bron “Vestiging flitsbezorger A'dam moet dicht, gevoelige nederlaag darkstores” (26 april 2022), NOS
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be