Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwenk·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zwenkbaar zwenkbaarder zwenkbaarst
verbogen zwenkbare zwenkbaardere zwenkbaarste
partitief zwenkbaars zwenkbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

zwenkbaar [1]

  1. draaibaar om een verticale as
     Nog voor Batibouw de deuren heeft geopend, is er alvast één opmerkelijke trend zichtbaar doorheen keukens, badkamers en design: zwart is het nieuwe wit. Na jaren van spierwitte keukens en dito badkamers trekken meer en meer fabrikanten de zwarte kaart. Dat is iets stoerder en mannelijker, toont meer warmte en karakter en minder vlekken. Zo stelt ook Franke in Brussel met een mat zwarte eengreepskraan voor, Neptune, verkrijgbaar met een uittrekbare of zwenkbare uitloop.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Alle dertien goed op Batibouw” (25/02/2016), De Standaard