Nederlands

 
zwembassin
Uitspraak
Woordafbreking
  • zwem·bas·sin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwembassin zwembassins
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zwembassino

  1. een bak met water waarin men kan zwemmen
    • Een zwembassin in de openlucht van 225 vierkante meter, kleiner dan een gewone gymzaal. Zit de zwemliefhebber daar op te wachten? [2] 
    • Vrijwilligers én duikers gaan morgen aan de slag met de jaarlijkse grote schoonmaak van het Tuindorpbad. Daarbij wordt onder meer het ondiepe zwembassin leeggepompt en schoongemaakt. [3] 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen