Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwa·vel·arm
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zwavelarm zwavelarmer zwavelarmst
verbogen zwavelarme zwavelarmere zwavelarmste
partitief zwavelarms zwavelarmers -

Bijvoeglijk naamwoord

zwavelarm

  1. een laag gehalte aan zwavel bevattend
      Toch moet erkend worden, dat, vooral bij het steeds toenemend gebruik van gas voor koken en verwarmen, waarbij de afvoer der verbrandingsproducten niet altijd voldoende is, een zwavelarm gas beslist de voorkeur verdient.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Brender à Brandis, G.A.
    “De scheikunde van het gasbedrijf en de meest gebruikelijke methoden van onderzoek” (1916), Wolters
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be