Masaya als zusterstad van Nijmegen
  • zus·ter·stad
enkelvoud meervoud
naamwoord zusterstad zustersteden
verkleinwoord zusterstadje zusterstadjes

de zusterstadv / m

  1. een plaats (vaak een stad, ook wel een dorp), meestal in een ander land, waar een gemeente vriendschappelijke contacten mee onderhoudt
    • Denizli, Iserlohn, en Preston zijn zustersteden van Almelo. 
    • De Noorse kerstboom is ondertussen een traditie geworden. De boom wordt elk jaar geschonken door de Noorse zusterstad Kongsberg en is altijd zo rond de 20 meter lang.[2] 
  2. vlakbij gelegen stad
    • Koningin Máxima heeft woensdag onder stevige bewaking vanuit de Pakistaanse hoofdstad Islamabad een uitstapje gemaakt naar de naastgelegen zusterstad Rawalpindi. Langs de snelweg stonden om de 100 meter met geweren bewapende Pakistan Rangers, die de route beveiligden.[3] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 07 dec. 2015
  3. de Telegraaf 10 feb. 2016