zouten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zou·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zouten |
zoutte |
gezouten |
zwak -t
gemengd |
volledig |
Werkwoord
zouten
- overgankelijk met zout conserveren
- Haring moet licht gezouten worden om een parasiet te doden.
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
1. eerste betekenisomschrijving
Zelfstandig naamwoord
de zouten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zout
- De zouten van natrium en kalium zijn meestal goed oplosbaar.
Gangbaarheid
- Het woord zouten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zouten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ zouten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.