zinsleer
- zins·leer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zinsleer | |
verkleinwoord |
- (grammatica) de wetenschap die zich bezighoudt met de opbouw van zinnen [1]
1. de wetenschap die zich bezighoudt met de opbouw van zinnen
- Het woord zinsleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zinsleer" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be