zinsbedrog
- Geluid: zinsbedrog (hulp, bestand)
- zins·be·drog
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zinsbedrog | |
verkleinwoord |
het zinsbedrog o
- valse waarneming
- ”Schaduw van de wolf”, haar nieuwe roman, deelt met ”Laatste nacht” het gegeven dat er een bijna onoverbrugbare vreemdheid tussen de romanpersonages bestaat, dat vertrouwdheid en intimiteit vrijwel altijd op inbeelding en zinsbedrog berusten. [2]
- drogbeeld, chimère, fantasie, verbeelding, hallucinatie, zinsbegoocheling, illusie, waanvoorstelling, waan
- Het woord zinsbedrog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zinsbedrog" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Dr. Hans Ester 07-12-2005 Bang om te vallen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be