zijl
Niet te verwarren met: zeil |
- zijl
- In de betekenis van ‘waterlozing, sluis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1280 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zijl | zijlen |
verkleinwoord | zijltje | zijltjes |
de zijl m
- (waterbeheer) sluis ter afwatering aangebracht in een dijk
- De aanwezigheid van een zijl is te zien in veel namen van noordoostelijk Nederland, zoals Delfzijl of Blokzijl.
- Het woord zijl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zijl" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "zijl" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be