zielensmart
- Geluid: zielensmart (hulp, bestand)
- zie·len·smart
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zielensmart | |
verkleinwoord |
- geestelijke of psychische nood
- ▸ Zo slaat ook de enige originele vondst - de drie heren uiten in drie solo's hun zielensmart - al snel dood doordat hun 'trauma's' zo pietluttig zijn.[2]
- ▸ Na een tijd van diepe overtuiging van haar zonden kwam de uitkomst. Zij had zich blind gehuild vanwege haar zonden. In het derde jaar van haar zielensmart vroeg Mackenzie of ze aan het avondmaal wilde deelnemen.[3]
- Het woord zielensmart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Body language **” (4 oktober 2011), Het Parool
- ↑ Weblink bron 23-04-2019“Lachlan Mackenzie, dorpsdominee met profetische gaven” (L. J. van Valen), Reformatorisch Dagblad