• ziek·te·vrij
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ziektevrij ziektevrijer ziektevrijst
verbogen ziektevrije ziektevrijere ziektevrijste
partitief ziektevrijs ziektevrijers -

ziektevrij [1]

  1. zonder ziekte, zonder kans om ziek te worden
     Volgens Joost Rikhof van de gemeente Oldenzaal is de keuze van de horeca-ondernemers voor de haagbeuk een goede: "Dit is een gezonde boom, ziektevrij, geen bladluis en makkelijk te onderhouden."[2]
     In april 2017 dacht ze dat na vijf operaties ziektevrij te zijn, maar de 31-jarige hield last van pijn. Een maand later werd ze in het ziekenhuis opgenomen en moest ze haar tournee Lenny IRL in de Verenigde Staten afzeggen. "Ik heb de grootste fysieke pijn die ik ooit heb meegemaakt", zei ze toen.[3]
     Door het DNA te testen na de operatie, kan onderscheid gemaakt worden tussen darmkankerpatiënten die geen resterende tumorcellen hebben en darmkankerpatiënten die wél resterende tumorcellen hebben. Vink: "De eerste groep is ziektevrij, de tweede groep loopt hoog risico op terugkeer van de kanker."[4]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Groene omlijsting voor Groote Markt van Oldenzaal” (27-03-2017), Tubantia
  3.   Weblink bron “Girls-actrice Lena Dunham laat baarmoeder verwijderen” (14-02-2018), Tubantia
  4.   Weblink bron “Waar gaat het geld dat Maarten van der Weijden bijeen zwom naar toe?” (26-06-2019), Tubantia