• ziek·te·kos·ten
enkelvoud meervoud
naamwoord (ziektekost) * ziektekosten
verkleinwoord - -

de ziektekostenmv

  1. (financieel) geheel van uitgaven aan medische behandelingen en medicijnen
    • De ziektekosten rezen de pan uit. 
  • ziektekost (minder gangbare vorm, zeker in Nederland)
  • Het enkelvoud "ziektekost" heeft dezelfde betekenis en is dus voor wat betreft de betekenis niet het enkelvoud van "ziektekosten".
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]