Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·in·duc·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfinductie zelfinducties
verkleinwoord zelfinductietje zelfinductietjes

Zelfstandig naamwoord

de zelfinductiev

  1. (natuurkunde) (elektrotechniek) de mate waarin de groei van een stroom in een geleider vertraagd wordt door het erdoor opgebouwde magneetveld
    • Een wisselstroom wordt door zelfinductie vooral gehinderd als de wisselspanning een hoge frequentie heeft. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid