• zegs·vrou·we
enkelvoud meervoud
naamwoord zegsvrouwe zegsvrouwen
verkleinwoord - -

de zegsvrouwev

  1. (beroep) een vrouwspersoon die in naam van een organisatie het woord voert
    • De zegsvrouwe heeft daarover tijdens de persconferentie geen commentaar willen geven. 
95 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be