zegsvrouwe
- Geluid: zegsvrouwe (hulp, bestand)
- zegs·vrou·we
- samenstelling van zeg ww en vrouwe met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zegsvrouwe | zegsvrouwen |
verkleinwoord | - | - |
de zegsvrouwe v
- (beroep) een vrouwspersoon die in naam van een organisatie het woord voert
- De zegsvrouwe heeft daarover tijdens de persconferentie geen commentaar willen geven.
- Het woord zegsvrouwe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zegsvrouwe" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be