zeeforel
- zee·fo·rel
- samenstelling van zee en forel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeeforel | zeeforellen |
verkleinwoord | zeeforelletje | zeeforelletjes |
- (visserij) (voeding) (straalvinnigen) vorm van de forel, Salmo trutta (var. trutta), die vanuit de zee de rivieren optrekt om te paaien
- De zeeforel en de beekforel horen tot dezelfde soort, maar voeren een ander leven.
- Het woord zeeforel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeeforel" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be