• zaag·werk
enkelvoud meervoud
naamwoord zaagwerk -
verkleinwoord - -

het zaagwerko

  1. inspanning waarbij een of meer harde voorwerpen door het heen en weer bewegen van een scherp getand blad in stukken worden verdeeld
     Zo’n bot krijg je niet gekliefd, dat kan hooguit de slager voor je doen met zo’n snerpende botzaag. Dus na een tijdlang kliefpogingen en zaagwerk besluit Julie het bot toch maar een paar minuten te pocheren.[3]
     Daarna wordt de stronk met een bijl in vieren gekliefd en begint het zaagwerk, oorverdovend en onverbiddelijk, want slechts 25 procent van de boom eindigt als ton.[4]
  2. (figuurlijk) met veel inspanning snijden of kauwen van taai of hard voedsel
     Het machtige, donkerbruine gebak vereist enig zaagwerk, maar is een feest op de tong, mede dankzij het zuurtje van de verse aarbeien.[5]
  3. (figuurlijk) (informeel) muziek of andere activiteit die een luid raspend geluid maakt
     Wat een gruwelijk staaltje zaagwerk, als je dit opschroeft naar een hoger tempo is dit ziek![6]
  4. versiering of voorwerp uit zorgvuldig op maat gemaakte stukjes hout
      (…) eindelijk ook nog zeldzaam schoon zaagwerk, waaronder vooral de aandacht trokken candelabres met kruisbeeld, pendules, Eiffeltoren, een vogelkooi, waaraan de leerlingen twee jaren lang in hun vrijen tijd hadden gearbeid; (…)[7]
  5. (bouwkunde) gevelversiering in de vorm van een kartelrand
     Veranda's en landelijke ornamentiek als geschulpte daklijsten en zaagwerk in hout en gegoten ijzer benadrukken het buitenkarakter van het huis.[8]
  6. (bouwkunde) (militair) vestingwerk dat van boven gezien uit een reeks naar binnen en buiten stekende punten bestaat, zodat aanvallers van de ene punt altijd van opzij kunnen worden bestookt vanaf een andere punt
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron
    Marjoleine de Vos
    “Met merg en been” (8 september 2012) op nrc.nl  
  4.   Weblink bron
    Stéphane Alonso
    “De Slowaakse eik is van zichzelf al teder en zacht” (1 juli 2010) op nrc.nl  
  5.   Weblink bron
    Frank Balkenende
    De Graaf is plots een Portugees in: Provinciale Zeeuwse Courant  , jrg. (20 november 2014), p. 44 kol. 5
  6.   Weblink bron
    dawasiknie
    “bericht 18:25 uur onder Traxtorm Gangstaz Allied - The Hardest (TRAX0088)” (4 januari 2011) op hardtraxx.com
  7.   Weblink bron “Verslagboek van Het Roomsch-Katholiek Nationaal Jeugdcongres met tentoonstelling en den nationalen gezellendag gehouden te 's-Gravenhage, 30 Juli-6 Aug. 1922” (1923), Malmberg, 's-Hertogenbosch, p. 763
  8.   Weblink bron
    Catharina L. van Groningen
    “De Utrechtse heuvelrug. De Stichtse Lustwarande. Buitens in het groen.” (1999), Waanders Uitgevers / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist, ISBN 90 400 9407 1, p. 130