zaadcel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zaad·cel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zaad en cel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaadcel | zaadcellen |
verkleinwoord | zaadcelletje | zaadcelletjes |
Zelfstandig naamwoord
- (biologie) mannelijke geslachtscel
Synoniemen
- (formeel) spermatozoön, spermatozoïde
Vertalingen
1. de mannelijke geslachtscel
Gangbaarheid
- Het woord zaadcel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zaadcel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be