• wip·plank
enkelvoud meervoud
naamwoord wipplank wipplanken
verkleinwoord

de wipplankv / m

  1. een speeltoestel dat bestaat uit een plank die om een horizontale as kan draaien zodat de spelers die op de uiteinden zitten omstebeurt naar boven en naar beneden gaan
    • Rusland beëindigde de eerste halve finale met een ticket voor de finale en boegeroep van het publiek. Niet dat het aan de Tolmachevy Sisters lag: de tweeling was het slachtoffer van de huidige moeilijke relatie tussen Rusland en Oekraïne. De zussen brachten een middelmatig nummer waar vooral de gigantische wipplank op het podium gedenkwaardig was. [3] 
  2. iets dat het verschil kan uitmaken (tussen winnen en verliezen)
    • De Salmon Hill is de cruciale klim die de wipplank moet worden voor renners die de spurt willen ontlopen. “Dat is de enige echte helling, maar ze is maar zo’n kilometer lang en niet echt steil. Niet zo lastig dus. Vergelijk het met tweemaal de Tiegemberg achter elkaar. Er gaat zeker op gekoerst worden, maar dit is geen klim waarop je zomaar iemand uit het wiel gooit. [4] 
86 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]