wipwap
  • wip·wap
enkelvoud meervoud
naamwoord wipwap wipwappen
verkleinwoord wipwapje wipwapjes

de wipwapv / m [3]

  1. (speelgoed) een speeltuig bestaande uit een balk die in het midden op een verhoogde steun rust
    • Dave Chisnall en Raymond van Barneveld maakten het ongelofelijk spannend in hun onderlinge duel in de Premier League. Gelukkig voor Barney ging het duel op de wipwap net zijn kant op: 7-4. [4] 
    • Iets voor tweeën in de middag komen de twaalf ouderen aanrijden in hun scootmobiel. Nadat ze vorige week een theoriecursus kregen, is het vandaag tijd voor het praktische gedeelte op de parkeerplaats van Carintreggeland aan de Eikenlaan. Zigzaggen, schuine hellingen oprijden en over een soort wipwap heen, het staat allemaal op het programma dat wordt gefinancierd door de gemeente. [5] 
vervoeging van
wipwappen

wipwap

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wipwappen
    • Ik wipwap. 
  2. gebiedende wijs van wipwappen
    • Wipwap! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wipwappen
    • Wipwap je? 
84 % van de Nederlanders;
27 % van de Vlamingen.[6]