wintersport
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wintersport (hulp, bestand)
Woordafbreking
- win·ter·sport
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van winter en sport
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wintersport | wintersporten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
Antoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord wintersport staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wintersport" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be