wilde wingerd
  • win·gerd
  • In de betekenis van ‘wijnstok’ voor het eerst aangetroffen in 1300 [1]
  • verkorting van wijngaard [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord wingerd wingerds
wingerden
verkleinwoord

de wingerdm [3]

  1. Parthenocissus   is een geslacht van houtige klimplanten uit de wijnstokfamilie Vitaceae  
    • Ook gekleurde bladeren zijn favoriet, zag de beeldredacteur. Grappig vindt ze Kusje van de Wingerd, van Fedde Dijkstra. „Dit is iemand die op een vrolijke manier naar de wereld kijkt, met oog voor detail. Die ziet een rood blaadje en denkt: hé, dat lijkt wel een kusje. Leuk: net een mondje van Dalí.”[4] 
  2. wijngaard
    • Ook binnen de stadsgrenzen zorgde vrieskou voor leed in de wingerd. Afgelopen week bezocht ik Coöperatief de Haagse Stadswijngaard. Initiatiefnemer Tycho Vermeulen wees mij op een aantal ‘gevriesdroogde’ bladeren aan de ranken. Met dank aan de nachtvorst van een week eerder.[5] 
71 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[6]