Nederlands

 
Mannetje in zomerkleed
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • wil·gen·gors
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wilgengors wilgengorzen
verkleinwoord wilgengorsje wilgengorsjes

Zelfstandig naamwoord

de wilgengorsv / m

  1. (zangvogels) Emberiza aureola   een zangvogel uit de familie van gorzen (Emberizidae). Het is een zeldzame broedvogel in noordoostelijk Europa en verder diep in Azië. Het is een trekvogel die overwintert in Zuidoost-Azie   en een dwaalgast in West-Europa
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie