dwaalgast
- dwaal·gast
- samenstelling van dwaal ww en gast
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dwaalgast | dwaalgasten |
verkleinwoord | - | - |
de dwaalgast m
- (biologie) vogel of ander vliegend dier dat slechts zelden, vaak door verdwalen, in een gebied aangetroffen wordt
- Een kievit is hier in Amerika een dwaalgast.
- (figuurlijk) iets of iemand dat niet vaak voorkomt in een bepaald gebied of tijdvak
- De avondklok in 2021 werd gezien als een dwaalgast uit de Tweede Wereldoorlog
1. een vogel die slechts zelden, vaak door verdwalen, in een gebied aangetroffen wordt
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord dwaalgast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.