• wij·ten
  • In de betekenis van ‘ten laste leggen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wijten
weet
geweten
klasse 1 volledig

wijten

  1. ~ aan: in negatieve zin toeschrijven aan
    • Dat is te wijten aan het slechte overheidsbeleid. 
  • aan iets te wijten zijn
93 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]