toedichten
- Geluid: toedichten (hulp, bestand)
- toe·dich·ten
- samenstelling van toe en dichten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
toedichten |
dichtte toe |
toegedicht |
zwak -t | volledig |
toedichten [1]
- overgankelijk op onvoldoende gronden iemand als de maker of de bezitter aanmerken
- zeggen dat iemand een bepaalde eigenschap heeft zonder dat dat bewezen is
- Ook kwam hij terug op de favorietenrol die hem vanaf het begin werd toegedicht. ,,Ik heb die voorspellingen nooit beschouwd als waarheden. Het waren voorspellingen, meer niet. [2]
- Het woord toedichten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toedichten" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Stefan Raatgever 19 mei. 2019 Duncan doet waar Nederland na 44 jaar naar smachtte
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be