• wend·baar·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord wendbaarheid wendbaarheden
verkleinwoord

de wendbaarheidv

  1. het gemak waarin iets of iemand van richting kan veranderen
    • De Stella scoort vooral punten vanwege de prijs-kwaliteitverhouding, terwijl iemand ook opmerkt dat de fiets zowel met als zonder ondersteuning goed en licht draait. Verder wordt de lage instap als positief punt genoemd, net als de geruisloze motor en de wendbaarheid. [2] 
    • ,,Je ziet dat wel vaker. Als dit soort spelers bij hun club speelt, in een dominant team, zie je hun fantastische kwaliteiten aan de bal. Maar als de tegenstander er in slaagt om hun kwetsbaarheid bloot te leggen, en het team waarin ze spelen ruimte weggeeft, zie je ineens dat ze de wendbaarheid en snelheid van vroeger niet meer hebben." [3]