wegaanleg
  • weg·aan·leg
enkelvoud meervoud
naamwoord wegaanleg
verkleinwoord

de wegaanlegm

  1. het bouwen van een verkeersader
    • Aan de verplaatsing van de N35 hangt ook voor Wierden een pittig prijskaartje. De gemeente draagt in totaal één miljoen euro bij voor de operatie. Inmiddels is 500.000 euro betaald. De wegaanleg valt met een beetje geluk grotendeels samen met de werkzaamheden voor de F35 die grotendeels parallel loopt aan de nieuwe N35. [2] 
    • De aanleg van een nieuwe weg stuit dikwijls op lokaal verzet wegens dreigende verkeersoverlast. Onderzoekers van het Centraal Planbureau (CPB) ontdekten dat wegaanleg soms ook tot verbetering kan leiden. Na realisering in 2003 van Rijksweg N14, de verbinding tussen de A4 en Den Haag Noord, analyseerden onderzoekers lokale straten in Leidschendam, Voorburg en de wijk Mariahoeve in Den Haag. Het bleek dat de verkeersdrukte in de straten bijna was gehalveerd. [3] 
90 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[4]