Nederlands

 
weegluis
Uitspraak
Woordafbreking
  • weeg·luis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weegluis weegluizen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de weegluisv / m

  1. (halfvleugeligen) bepaald soort insect dat zich met name in bedsteden ophield, Cimex lectularius  
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

17 % van de Nederlanders;
26 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen