Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Waterman


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·man
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterman watermannen
verkleinwoord watermannetje watermannetjes

Zelfstandig naamwoord

de watermanm

  1. iemand die met enige gedrevenheid werkzaam is in het waterbeheer
     Tijdens de onderhandelingen maakte ik namens DGWater deel uit van het Nederlandse onderhandelingsteam voor het onderwerp (klimaat)adaptatie. Een onderbelicht onderwerp naar mijn gevoel. Ook toen al werden delen in de wereld getroffen door overstromingen, droogte en bosbranden. Toch lag de nadruk vooral op mitigatie, het reduceren van de CO2-uitstoot, het overgaan op andere energiebronnen en de gevolgen daarvan op de economische groei. Als ‘waterman’ in hart en nieren was het voor mij destijds allemaal een beetje frustrerend.[2]
  2. sprookjeswezen dat in het water woont
     Toen trok de waterman zijn gele laarzen uit en liep op het puntje van zijn tenen het huis binnen. Dat huis was van rietstengels gemaakt en het stond op de bodem van de molenvijver.[3]
  3. (beroep) (historisch) mannelijk persoon die zorgt dat mensen of dieren te drinken krijgen
      De waterman verlaat de pomp, grijpt de paarden bij de teugels, en sleept hen, en natuurlijk de koets tegelijk, naar den kant van het huis, terwijl hij, zoolang dit werk duurt, met eene zware, brommende basstem om den voerman roept.[4]
      In 't midden was een houten pomp. Hier kwam men water halen en ik zie nog den waterman met zijn juk en een paar gevulde emmertjes ('t waren emmertjes als biertonnetjes met bescheiden buikjes) van de schuit over de wippende loopplank naar den hoogen kant klimmen.[5]
  4. mannelijk persoon die veel en graag vaart
      Van dien Sargon wist men te verhalen, dat hij na zijns vaders dood uit vrees voor een oom in het geheim werd ter wereld gebracht en als vondeling in een rieten met asfalt bestreken korfje aan de rivier toevertrouwd, door een waterman opgenomen en tot tuinman gemaakt, door de gunst van de godin Isjtar tot koning verheven, vijf en veertig jaren lang regeerde en een machtig rijk stichtte.[6]
  5. (pejoratief) (historisch) iemand die ervoor kiest geen sterke drank te drinken
     Wie de keuze doet, om van nu voortaan
    Aan de zijde der onthouders te staan.
    Houd' zich als een man, die 't verdragen kan,
    Dat men lacht en spot met een waterman.
    [7]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Joost Buntsma
    “Mitigatie is ook adaptatie” (16 september 2017) op h2owaternetwerk.nl
  3.   Weblink bron
    Otfried Preussler
    “De kleine waterman” (1978), Lemniscaat Publishers, Rotterdam, ISBN 9789060693292, p. 7/8
  4. Dickens, Charles (vert. Westrheene, mevr. van & Mensing C.M.)
    “Schetsen van Boz : De hackney-koets.” (ca. 1900), E. & M. Cohen, Nijmegen / Arnhem, p. 37 kol. 2
  5.   Weblink bron
    Vries, Jero de
    “Pelgrimages naar oude plekjes en oude tijden” (1901), Tjeenk Willink, Haarlem, p. 5
  6.   Weblink bron
    Bettany, G.T. (vert. Boekenoogen, J.G.)
    “De godsdiensten der wereld. Deel II” (1903), Cohen Zonen, Amsterdam, p. 112
  7.   Weblink bron No. 72 (25)., 8e druk in: Liederenbundel "Hoop der toekomst" (ca. 1900), Hoop der Toekomst, Arnhem, p. 141 2e couplet