Nederlands

 
walstro
Uitspraak
Woordafbreking
  • wal·stro
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord walstro walstro's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het walstroo

  1. (bloemplanten) een geslacht Galium   uit de sterbladigenfamilie (Rubiaceae  ) met eenjarige of overblijvende kruidachtige planten. Het geslacht komt met vierhonderd soorten voor in de gematigde zones van beide halfronden
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

37 % van de Nederlanders;
32 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen