wagonette
- wa·go·net·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wagonette | wagonettes |
verkleinwoord | - | - |
de wagonette v
- (verkeer) open rijtuig met vier geveerde wielen, waarin de passagiers achter koetsier op twee banken met de rug naar de zijkant zitten
- Op de foto stuurt Feike Holtrop van Hidaard Ida II en Gerbrand voor de wagonette door de wat krappe piste. [1]
- Volgens de polis verzekerde de assuradeur wegens ongelukken, overkomen met „een personentrein, stoomboot voor passagiers, omnibus, tram, dogcart, wagonette, coach, carriage of ander personen-rijtuig (venicle)". [2]
- (historisch), (verouderd) naam voor oud autotype
- ↑ "Agriana sfeervol Fries en met élégance afgesloten" in: Leeuwarder courant jrg. 243 nr. 285 (3 december 1994); p. 1; geraadpleegd 2016-02-22
- ↑ "Eene rijwiel-qaestie." in: Het nieuws van den dag. nr. 8125 (20 juli 1896); p. 14,kol. 1; geraadpleegd 2016-02-22 (oudste gevonden vermelding)
1. open rijtuig met vier geveerde wielen, waarin de passagiers achter koetsier op twee banken met de rug naar de zijkant zitten
- Het woord 'wagonette' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /ˌwagəˈnet/
- wag·on·ette
- afgeleid van Engels wagon met het achtervoegsel -ette, rijtuigtype in 1843 ontstaan, gebruik van het woord vastgelegd vanaf in 1858[1][2]
enkelvoud | meervoud |
---|---|
wagonette | wagonettes |
wagonette
- ↑ wagonette op website: Merriam-Webster.com; geraadpleegd 2016-02-22
- ↑ Wagonette op website: britannica.com; geraadpleegd 2016-02-22