Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jan·ple·zier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord janplezier janplezieren
janpleziers
verkleinwoord janpleziertje janpleziertjes

Zelfstandig naamwoord

de janplezierm

  1. door paarden getrokken, overkapt rijtuig voor een groot aantal personen

Gangbaarheid

58 % van de Nederlanders;
34 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be