waardevol
- waar·de·vol
- samenstelling van waarde en vol
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | waardevol | waardevoller | waardevolst |
verbogen | waardevolle | waardevollere | waardevolste |
partitief | waardevols | waardevollers | - |
waardevol
- een grote waarde hebbend
- Dit is zijn waardevolste bezit.
- ▸ Duidelijk blijkt dat de diepere betekenis voor ons nog even waardevol is. Voor de viering zullen wij, terugdenkend aan vroeger, zeker veel mogelijkheden vinden.[1]
- ▸ Wat moest ik hiermee, al dat zweverige gepraat over het universum? Toch was het een waardevolle ontmoeting.[2]
1. een grote waarde hebbend
- Het woord waardevol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waardevol" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 7
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be