waardevermindering

  • waar·de·ver·min·de·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord waardevermindering waardeverminderingen
verkleinwoord

de waardeverminderingv [1]

  1. het minder worden van de geldelijke waarde van iets
    • Het pand Nieuwe Markt 1G voor een symbolisch bedrag terugkrijgen, zou volgens Dommerholt genoeg compensatie bieden voor de ‘tienduizenden euro's’ bouwschade die Struis tot nog toe zou hebben geleden als gevolg van de bouw van het theater en de verwachte waardevermindering van Struis zijn woning. ,,Hij verliest een uniek uitzicht op de rivier en krijgt er een vreselijke installatie voor terug, die ook nog eens lawaai maakt.” [2] 
    • Het Duitse Bundesgerichtshof had het EU-hof gevraagd hoe het zit met matrassen. Volgens de rechters in Luxemburg is het zogeheten herroepingsrecht bedoeld om consumenten te beschermen bij een aankoop op afstand waarbij het product nog niet daadwerkelijk is gezien. Daarbij hoort ‘een passende bedenktijd’ om te ‘keuren en uitproberen.’ Als de koper het product hierbij anders behandelt dan nodig, is hij wel aansprakelijk voor eventuele waardevermindering, aldus het hof. [3]