Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • vuur·vink
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vuurvink vuurvinken
verkleinwoord vuurvinkje vuurvinkjes

Zelfstandig naamwoord

de vuurvinkv / m

  1. (zangvogels) Lagonosticta senegala   een dieprood gekleurd vogeltje uit de familie van de prachtvinken (Estrildidae) dat voorkomt in tropisch Afrika van Senegal tot de Rode Zee en in het zuiden tot in Transvaal. In Zuid-Afrika heet de vogel Rooibekvuurvinkie
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie