• vuil·nis·vat
enkelvoud meervoud
naamwoord vuilnisvat vuilnisvaten
verkleinwoord

het vuilnisvato

  1. ton waarin men afval kan bergen
     Zo zag je het in oude Hollywoodfilms, met een privédetective hurkend achter een vuilnisvat en de echtgenoot die met groeiende hoorntjes tegen een lantaarnpaal geleund stond, nerveus rokend.[2]
     De bommen ontploften gisteren kort na elkaar bij de finishlijn in Boston, toen driekwart van de 23.000 deelnemers al binnen was. De eerste bom ontplofte in een vuilnisvat, de tweede 13 seconden later enkele tientallen meters verderop.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij  , ISBN 9789023467014
  3.   Weblink bron “Wie zit er achter de bommen in Boston?” (16-04-2013), NOS