asemmer
- as·em·mer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | asemmer | asemmers |
verkleinwoord | asemmertje | asemmertjes |
de asemmer m
- bak waarin men huishoudelijk afval kan deponeren
- ▸ De eerste keer dat ik met de term ASMR werd geconfronteerd dacht ik dat het een of andere hipsterbenaming voor vuilnisbak was: asemmer maar dan zonder klinkers.[2]
- Het woord asemmer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "asemmer" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Geschreven door:Alexandra Besuijen“Het nadeel van het lekkere weer: de gruwelijke blote voet” (04/05/2016), HP de Tijd
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be