• voor·stan·der

Naamwoord van handeling van voorstaan met het achtervoegsel -der [1]

enkelvoud meervoud
naamwoord voorstander voorstanders
verkleinwoord voorstandertje voorstandertjes

de voorstanderm

  1. iemand die het met een bepaalde opvatting eens is, iemand die een plan steunt
    • Wij zijn allemaal voorstander van dat nieuwe idee. 
     President Niinisto en premier Marin van Finland zijn voorstander van het NAVO-lidmaatschap van hun land. Volgens de twee moet het land "zonder vertraging" een aanvraag doen voor het lidmaatschap van het militaire bondgenootschap. Dinsdag zei de defensiecommissie van het Finse parlement al dat toetreden tot de NAVO de beste optie is om nationale veiligheid te garanderen.[2]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Finse politieke leiders willen toetreden tot de NAVO, Rusland ziet dreiging” (12 mei 2022), NOS
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be