voorkauwen
- Geluid: voorkauwen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvorkɑuwə(n) / (3 lettergrepen)
- voor·kau·wen
voorkauwen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorkauwen |
kauwde voor |
voorgekauwd |
zwak -d | volledig |
- iemand iets vertellen wat hij zelf ook had kunnen bedenken
- De doelman van Klein Dochteren had zijn ploeggenoten uitgemaakt voor een 'stel schapen'. Je moet jullie alles voorkauwen, jullie zitten alleen maar naar het gras te kijken, had hij gezegd in de wedstrijd tegen Hoeve Vooruit. [3]
- Een indrukwekkende collectie herinnert aan de eerste contacten tussen de Europeanen en de First Nations. Ook hier willen we niet alles voorkauwen, maar ludiek is het verhaal over de bisschop die zijn eigen schoenen at. Mis dat niet! [4]
- Het woord voorkauwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ voorkauwen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 29-01-18 Volop spandoeken bij Juliana'32, Hoeve Vooruit treft stel schapen
- ↑ De Telegraaf JAAP VAN SPLUNTER 11 mrt. 2013 Tips voor onbekend Whitehorse