kauwde voor
- Geluid: kauwde voor (hulp, bestand)
- kauw·de voor
vervoeging van |
---|
voorkauwen |
kauwde voor
- enkelvoud verleden tijd van voorkauwen
- Ik kauwde voor.
- Jij kauwde voor.
- Hij, zij, het kauwde voor.
- Ik kauwde voor.
- Het woord kauwde voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.