vollemaan
  • vol·le·maan
enkelvoud meervoud
naamwoord vollemaan vollemanen
verkleinwoord

de vollemaanv / m

  1. (astronomie) de fase of schijngestalte van de maan, waarbij de naar de aarde gekeerde zijde, geheel door de zon wordt verlicht en daardoor zichtbaar is
     Carlsen vertelt bijvoorbeeld uitvoerig over het feest van vollemaan dat ’s nachts op de aan de Deense dichter Ewald opgedragen heuvel bij het grote huis werd gehouden. Het was een offerfeest, waarbij een pan soep van geselecteerde ingrediënten als essentie van de gulle natuur aan de maan werd overgedragen. Het ging om een viering van de elementaire natuurkrachten.[3]
     Dinsdagavond rond 20 uur stond de maan in het perigeum en dus het dichts bij de aarde. Om 4.35 uur was het vollemaan. Een vollemaan die in het perigeum staat wordt een supermaan genoemd. Maar het verschil met een ‘gewone maan’ is nauwelijks te merken.[4]
  1. vollemaan op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron
    dr. Hans Ester
    “Het leven van Karen Blixen, schrijfster van ”Out of Africa”” (05-10-2015), Reformatorisch Dagblad
  4.   Weblink bron “Dit was de supermaan van afgelopen nacht” (08/04/2020), De Standaard