Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • volks·le·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord volksleger volkslegers
verkleinwoord volkslegertje volkslegertjes

Zelfstandig naamwoord

het volkslegero

  1. (militair) een leger dat het volk beschermt en kan bestaan uit alle weerbare leden van dat volk
     Welnu, een van de onderdelen van dat ettelijke duizenden manschappen tellende volksleger, ook wel de Woudbroeders genoemd, staat onder bevel van kameraad Lesnych, Livka, Liveri Averkiëvitsj, de zoon van Averki Stepanovitsj Mikoelitsyn.[2]
     Maar steeds vaker zetten de Chinezen hackers in. Eenheid 61486 van het Chinese volksleger bestaat volgens beveiligingsonderzoekers uit hackers die de afgelopen jaren zochten naar informatie van techbedrijven, maar ook bedrijven die actief zijn in de ruimtevaart of satelliettechnologie.[3]
     Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Theodorakis actief in het Griekse verzet en tijdens de direct daaropvolgende Griekse burgeroorlog was hij lid van het extreem-linkse Griekse Volksleger voor Nationale Bevrijding. Om die reden kwam hij in de cel en werd hij zwaar gemarteld. Zo werd hij twee keer levend begraven.[4]
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028261396
  3.   Weblink bron
    Ties Brock, Lennard Kamps en Joost Schellevis
    “Chinese premier komt op bezoek: wordt economische spionage een onderwerp?” (14-10-2018), NOS
  4.   Weblink bron
    Petra Steenhoff
    “Mikis Theodorakis: een Grieks leven vol muziek en politiek engagement” (02-09-2021), NOS