volharding
- Geluid: volharding (hulp, bestand)
- IPA: / vɔlˈhɑrdɪŋ / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /vɔɫ.ˈɦɑr.dɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /vɔɫ.ˈɦɑr.dɪŋ/
- (Limburg): /vɔl.ˈhɑr.dɪŋ(g)/
- vol·har·ding
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | volharding | - |
verkleinwoord | - | - |
de volharding v
- de wil om waar men mee begonnen is ten einde toe uit te voeren
- Zijn volharding was prijzenswaardig.
- Het woord volharding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "volharding" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be