• vie·vann
Naar frequentie 17421
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   vievann     vievannet     vievann     vievanna
vievannene  
genitief   vievanns     vievannets     vievanns     vievannas
vievannenes  

vievann, o

  1. (religie) (Rooms-Katholieke Kerk) wijwater, heilig water

vievann

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van vievann
  1. Store Norske Leksikon (SNL): vievann (in het Noors; geraadpleegd 2020-04-26)
  2. Det Norske Akademis Ordbok (NAOB) vievann (in het Noors; geraadpleegd 2020-04-26)
  3. Bokmålsordboka: vievann(in het Noors; geraadpleegd 2020-04-26)