vierhoekig
  • vier·hoe·kig
stellend
onverbogen vierhoekig
verbogen vierhoekige
partitief vierhoekigs

vierhoekig [1]

  1. (meetkunde) met vier hoeken; met vier kanten
     De betwiste tekening is een illustratie voor een boek van de wiskundige Luca Pacioli. Da Vinci plaatste op elk zijvlak van het object een piramide, met een drie- of een vierhoekig grondvlak, naargelang het zijvlak een driehoek of vierkant is).[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “"Wiskundige fout maakt van Da Vinci nog groter genie"” (23 maart 2011), De Morgen