verzenmaker
- Geluid: verzenmaker (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvɛrzəˌmakər / (4 lettergrepen)
- ver·zen·ma·ker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verzenmaker | verzenmakers |
verkleinwoord | verzenmakertje | verzenmakertjes |
de verzenmaker m
- (persoon) iemand die rijmende teksten maakt
- ▸ In zijn boek wordt het sonnet Ichthyologie van Achterberg afgedrukt, gevolgd door een eigen werk over hetzelfde onderwerp, onder de titel Opknapbeurt. De vraag lijkt gewettigd of hier van heiligschennis sprake is. „Voor de gelovigen wel," antwoordt de verzenmaker.[2]
- Het woord verzenmaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Henk van Gelder“Alledagsdichter” (28 maart 1986) op nrc.nl