verwilderd
- Geluid: verwilderd (hulp, bestand)
- ver·wil·derd
- vervoeging van verwilderen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | verwilderd | verwilderder | verwilderdst |
verbogen | verwilderde | verwilderdere | verwilderdste |
partitief | verwilderds | verwilderders | - |
verwilderd [1]
verwilderd
- wild, ongecultiveerd, woest
- ▸ In zijn bril zag ik mezelf weerspiegeld en ik constateerde dat ik er net zo verwilderd uitzag als hij.[2]
vervoeging van: | verwilderen… |
verbogen vorm: | verwilderde |
verwilderd
- voltooid deelwoord van verwilderen
- Het woord verwilderd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers