verwilderen
- Geluid: verwilderen (hulp, bestand)
- ver·wil·de·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verwilderen |
verwilderde |
verwilderd |
zwak -d | volledig |
verwilderen
- ergatief vervallen in een staat van wildheid
- De tuin was in een paar weken tijd helemaal verwilderd.
- Het woord verwilderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verwilderen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be