verrekt
- ver·rekt
vervoeging van |
---|
verrekken |
verrekt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrekken
- Jij verrekt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verrekken
- Hij verrekt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verrekken
- Verrekt!
vervoeging van: | verrekken… |
verbogen vorm: | verrekte |
verrekt
- voltooid deelwoord van verrekken
stellend | |
---|---|
onverbogen | verrekt |
verbogen | verrekte |
partitief | verrekts |
verrekt
- (medisch) (van spieren en pezen) pijnlijk en tijdelijk niet goed te gebruikten door een te heftige uitrekking
- (informeel) (pejoratief) extreem onaangenaam
1.
verrekt
- (informeel) heel erg (gebruikt om een bijvoeglijk naamwoord te versterken)
- Het woord verrekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verrekt" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be